Ooit bungelde hij, verbonden door een lint, aan een kinderhand. Voorzien van een schreeuwerige illustratieve opdruk, hij dacht uit de Disney-koker, had hij het razend druk. Hij was door de wijzende vinger van diezelfde kinderhand aangewezen om de persoon welke uit die kinderhand groeide te vermaken. Door heen en weer te wiegen, te draaien, op en neer te gaan en zo te bewegen dat het karakter dat op z'n lijf pronkte tot leven leek te komen. Daar had hij een dagtaak, nee, een 24-uurstaak aan. Want lag het kind op bed dan ging zijn dagdienst over in een nachtdienst. Waken boven het ledikant. Zodat, als het kind wakker werd, wat nogal eens gebeurde, hij als een vertrouwde verschijning langzaam en hoog heen en weer wiegend op een tochtflard de oogleden van het kind eronder kreeg en het kind zacht maar dwingend weer de weg naar dromenland wees. Onlangs, zoals dat vroeg of laat met alle ballonnen gaat, was het moment van afscheid aangekomen. Hij had er genoeg van, z'n taak zat erop vond hij. Hij maakte zich in een onbewaakt ogenblik los uit een verslapte greep van de linker kinderhand toen de rechter kinderhand net een ijsco aannam. Hij liet zich ontvoeren door de eerste de beste windvlaag die langskwam en streek na een vliegvakantie van drie weken neer aan de Hollandse kust. Schoongewassen door voldoende zon en neerslag was hij gelukkig ontdaan van z'n Disney-litteken en besloot hij een nieuw leven te beginnen. Als kwal leek hem wel iets. Het was absoluut nog even oefenen maar hij wist zeker dat dit goed ging komen. En een leven op het strand zou hem niet snel vervelen, zo veel was hem in die korte tijd op het duinzand al lang duidelijk geworden.
12 april 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Pure poëzie (dat ga ik echt niet met een bijdehante opmerkingen om zeep helpen)
Een reactie posten