15 maart 2009

Sticks And Stones May Break Our Bones

Ik vind het lafaards, reigers. Kijk, eenden, die zeggen meteen waar het op staat. Loop ik er langs met Morris, dan vliegen ze op en beginnen ze al flapperend met hun vleugels meteen een potje te schelden. (Gaaaaa-ga-ga-ga-ga-ga-ga-ga). Reigers daarentegen zitten zo dom opvallend stil. Zo van: let maar niet op mij, ik ben er niet. En dat doen we dan ook niet. We lopen gewoon langs aan de andere kant van het water. Morris taalt sowieso niet naar eenden en reigers. Alle reden voor die mislukte grijze origamivogel om gewoon verder te gaan met wat hij aan het doen was: zich afvragen of er zich binnenkort nog een visje aan het wateroppervlak laat zien. En toch, net als je denkt, he he hij blijft gewoon staan, vliegt ie toch nog op. Maakt een overdreven grote bocht, komt showerig weer over vliegen en vliegt dan henen. Zonder ook maar één woord te zeggen. En pas tweehonderd meter later klinkt er vanuit de lucht nog eens een laffe scheldkanonnade (Gre-gre-gri-gri-gre-gre, zoiets). Ik bedoel, zeg dat meteen en gewoon recht in ons gezicht. Dan kunnen we het er over hebben.

Geen opmerkingen: