Neem een tennisbal en een onnatuurlijk dichtbegroeid bos waar bomen op een meter afstand van elkaar staan. (Laten we zeggen het Leeuwarder Bos.) Gooi de bal in het bos en er ontpopt zich een ware flipperkast. Morris is dan helemaal door het dolle heen en zelfs Tomas is dan erg eager om de bal te pakken. Morris gaat er erg ver in. De bal is heilig en moet hij hebben. Ook als dat betekent dat hij z'n hele hondenlijf tussen allerlei dode takken door moet persen om het balletje te pakken dat er tussen is gevallen. Het is een gerammel en gekraak van jewelste en dat houdt hij net zolang tot de missie is geslaagd en hij zich uiteindelijk heel voorzichtig achteruit terug wurmt door het hout. Maar wel mooi met de bal in z'n bek. Een volhoudertje, die hond van mij. Goed zo kerel.
27 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten