08 juni 2011

Inspector Morris [Revisited]

Krijg een telefoontje terwijl ik de honden uitlaat in het bos. Heel gezellig kletsen. M'n aandacht bij het gesprek en ondertussen de honden in de gaten houden. Een man kan best twee dingen tegelijk. Maar drie is voor deze man op dat moment op dit plaats te hoog gegrepen. Blijkt als ik bij de auto kom. Waar is mijn sleutel eigenlijk... Kennelijk heb ik tegelijk met m'n mobiel ook mijn autosleutel uit m'n jaszak getrokken. Ai. En de reservesleutel zit, heel handig, voor noodgevallen in m'n tas. In de opslotte ootoooo. Zit niks anders op mannen, we lopen het hele stuk nog een keer. NIet dat ik me zo'n lange werkpauze kan permitteren maar heb ik een keus? Dit keer dwaal ik niet met de blik op oneindig door het bos maar marcheer ik stuurs van links naar rechts. De grond scannend, op zoek naar een onopvallend grijs kaartje op de zandpaden. En, da's minder, op zoek in het net gemaaide gras langs de slootjes van het bos. Ik krijg het al een beetje benauwd en plan B ontvouwt zich al deels in m'n hoofd. De garage bellen (nog én batterijstrreepje, dat gaat niet lukken!) die dan vast wel een manier heeft om de auto binnen te komen. Kost me zo twee, drie uren. Maar ik had buiten Morris gerekend. Hij loopt de hele tijd tien meter voor me uit alsof hij begrijpt dat ik iets zoek, blijft op een gegeven moment stilstaan en snuffelt in het gras. Ik loop er snel naar toe. Het zal toch niet... Ik kijk en jawel! Mijn kaartje naar de ruimte! Mijn Espacesleutel! Svartmans rook duidelijk iets bekends in de lucht en moest daar meer van weten! Wat een SuperMorris heb ik toch!

1 opmerking:

Miran zei

Tja, honden voelen je aan.
Het zijn vrienden, maar dan anders.